Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Een fysische sportzomer

De diverse sportieve verrichtingen van de themaredactie.

NTvN 90-05

Het meinummer is uit!

Dwergstelsels lijken belangrijke aanjagers van reï

Dwergstelsels lijken belangrijke aanjagers van reïonisatie heelal. Op de afbeelding is Pandora’s cluster te zien. Afbeelding: NASA, ESA, CSA, I. Labbe (Swinburne University of Technology), R. Bezanson (University of Pittsburgh), A. Pagan (STScI). CC BY 4.0 INT.

Vorige Volgende

Artikel

Een fysische sportzomer

Gepubliceerd: 1 June 2016 11:54

De sportliefhebbers onder de NTvN-lezers zitten deze zomer gebeiteld. In 2016 staan de Olympische Zomerspelen (augustus) en het EK voetbal (juli) voor de deur, al blijft de Nederlandse inbreng bij het laatstgenoemde evenement waarschijnlijk beperkt tot de fluitprestaties van scheidsrechter Björn Kuipers. Daarnaast zijn er alle andere, jaarlijkse sportevenementen, zoals Wimbledon (juni), de Tour de France (juli), het EK atletiek, dit jaar in Amsterdam (juli), het WK roeien voor niet-Olympische nummers in Rotterdam (augustus) en het EK honkbal in Hoofddorp (september). Voor elke sportliefhebber is er meer dan genoeg voorhanden!

Uiteraard is er ook een flink aantal lezers van het NTvN dat bovengenoemde evenementen grotendeels aan zich voorbij zal laten gaan. Zij trekken er liever zelf op uit in de frisse buitenlucht, dan dat ze binnen voor de buis gekluisterd zijn. Ze herkennen het (competitief) plezier van lichamelijke inspanning dat anderen ervaren niet en vinden de fysica zelf voldoende topsport.

Dit themanummer tracht de sportminnende en -sceptische lezers te verbroederen door te kijken naar de kern van al dat gesport: het doorgronden van kracht, beweging en energie. Een topprestatie leveren is één, maar zorgen dat je op basis van wetenschappelijke inzichten deze prestatie structureel kunt verbeteren is een tweede. De eenduidigheid van de natuurkundige principes staat in contrast tot de kwalitatieve onvoorspelbaarheid en onvolkomenheid van de schakels van het menselijk lichaam. Dit themanummer maakt des te meer zichtbaar hoe de natuurkunde verweven is met andere wetenschappelijke disciplines en belicht de diversiteit aan onderzoek in Nederland die daaruit voortkomt.

Onderzoek in Nederland op het gebied van sport
In dit themanummer komen verschillende rollen naar voren die wetenschap speelt op het gebied van (top)sport: het begrijpen van het fysisch speelveld, het optimaliseren van de condities voor het leveren van een topprestatie, het objectief vastleggen van de prestatie zelf met gevoelige meetapparatuur en het doorgronden van de statistiek om die uitschietende waarde te waarderen als sportieve prestatie.

Niet verrassend is het belang van stromingsleer bij het vinden van de juiste lichaamshouding bij schaatsen en zwemmen, maar we kunnen ook bepalen wat de invloed is van de volgwagen die achter een wielrenner rijdt. Daarnaast begeven we ons op glad ijs om de ideale schaatsbeweging uit te dokteren en leren we dat het niet slim is om een recordpoging in thermisch gelaagd water te zwemmen.

Een topprestatie lever je natuurlijk niet zomaar en jarenlange conditionering en training is nodig. Hoe helpt de wetenschap bij het aanleren van die specifieke sportbeweging? We kijken ook naar de beweging zelf om de ideale stand en inzet van spieren en gewrichten te vinden zodat je letterlijk het maximale uit jezelf kunt halen. Dit geldt natuurlijk ook voor het ontwerpen van sportprothesen die zo goed mogelijk afgestemd zijn op de interactie met het menselijk lichaam. En hoe gooi je in een wedstrijd op een verstandige manier een honkbal?

Voor sport in competitieverband is het uiteraard van belang dat er nauwkeurige en bovenal objectieve methoden zijn om de geleverde prestaties te vergelijken, zeker naarmate de verschillen kleiner worden en de menselijke waarneming het onderscheid niet meer kan bepalen. We belichten ook de vraag of de beste prestatie te voorspellen is uit de verdeling van de topprestaties van alle atleten door de jaren heen. En zijn al die prestaties die geleverd worden wel zuivere koffie?

Tot slot gaan we in op de sportieve prestaties van natuurkundigen zelf. Gebruiken ze daarbij het eigen fysisch vernuft? We bespreken het boek dat Jason Thalken schreef over de natuurkunde in vechtsport. We spraken Jaap van Dorp die op hoog niveau aan curling doet en onze eigen hoofdredacteur bespiegelt zijn hardloopapp. Promovendi die na het lezen van dit nummer niet stil kunnen blijven zitten, kunnen op een creatieve manier in beweging komen en meedoen aan de wedstrijd Dance your PhD.

Voordat het leesplezier echt gaat losbarsten, willen we hier uitdrukkelijk alle auteurs bedanken voor hun bijdrage aan dit themanummer. Dankzij hen geeft dit nummer zicht op het brede palet van sportonderzoek in Nederland.

We wensen u een mooie sportzomer!

De themaredactie,
Claud Biemans, Marieke de Boer, Esger Brunner, Fiona van der Burgt, Richard Engeln, Erik Langereis en Gerard van Rooij.