Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

“In het middelbaar onderwijs is het nog leuker dan op de universiteit”

Foto: NTvN - Esger Brunner

NTvN 90-05

Het meinummer is uit!

Dwergstelsels lijken belangrijke aanjagers van reï

Dwergstelsels lijken belangrijke aanjagers van reïonisatie heelal. Op de afbeelding is Pandora’s cluster te zien. Afbeelding: NASA, ESA, CSA, I. Labbe (Swinburne University of Technology), R. Bezanson (University of Pittsburgh), A. Pagan (STScI). CC BY 4.0 INT.

Vorige Volgende

Artikel

“In het middelbaar onderwijs is het nog leuker dan op de universiteit”

Gepubliceerd: 1 December 2019 13:00

Tijdens FYSICA op 5 april dit jaar kreeg Michiel van Duin uit handen van NNV-voorzitter Diederik Jekel de prijs voor Natuurkundedocent van het Jaar uitgereikt. Na een valse start en verschillende onderwijsomgevingen zit Van Duin helemaal op zijn plek op het Pallas Athene College in Ede.

Auteur: Esger Brunner.

Lesgeven zit Michiel van Duin, natuurkundedocent aan het Pallas Athene College in Ede, in zijn bloed. Vader was geschiedenisdocent en moeder docente textiele werkvormen. Hoewel al lang en breed pensioengerechtigd geeft zijn moeder nog altijd bijles op de woensdagmiddag. Het zijn vaak de kinderen of neefjes en nichtjes van haar oud-leerlingen die er gebruik van maken. In april dit jaar is Van Duin verkozen tot Docent van het Jaar. In het rapport roemt de jury verschillende eigenschappen van de docent: “De jury heeft gekozen voor een kandidaat die de passie die hij heeft voor zijn vak weet over te brengen naar zijn leerlingen. Hij stimuleert leerlingen daarbij om zelf na te denken. Door een gedifferentieerde aanpak weet hij alle leerlingen te bedienen. Hij maakt duidelijk dat hij geeft om goede resultaten en leerlingen werken daar ook voor. Hij spreekt zijn leerlingen op een volwassen manier aan en de winnaar is naast de natuurkundelessen van dit jaar ook betrokken bij allerlei andere initiatieven.”

Lesgeven op verschillende plekken
Voor Van Duin was het vanaf het begin van zijn natuurkundestudie duidelijk dat hij docent wilde worden en hij volgde na zijn afstuderen in 1993 aan de Universiteit Utrecht een eenjarige opleiding tot eerstegraadsdocent. Het begin op het Grafisch Lyceum in Rotterdam, waar hij lesgaf op het vbo (nu vmbo), viel hem echter zwaar. “Ik zat daar totaal niet op mijn plek,” vertelt hij. De tegenstellingen tussen zijn leerlingen en hem waren te groot: een Limburgse gymnasiast met een universitaire opleiding voor een klas met vmbo-leerlingen in Rotterdam-Centrum. “We spraken een andere taal en ik had moeite met de orde. Het ging helemaal niet goed.” Drie jaar heeft hij het geprobeerd, maar ook toen hij het klassenmanagement in de vingers had, merkte hij dat hij zijn leerlingen niet op zijn manier natuurkunde kon leren. Over de leerlingen overigens geen kwaad woord: “Perfecte leerlingen. Dit lag puur bij mij.”

Van Duin besloot het middelbaar onderwijs te verlaten en kwam terecht bij telecombedrijf Lucent Technologies (tegenwoordig Alcatel-Lucent). Daar gaf hij wereldwijd telecomcursussen aan volwassenen. “Er moest veel voor gereisd worden, ik heb cursussen gegeven in Mexico, Saudi-Arabië, Verenigde Staten en Frankrijk. Voor een jonge ongebonden man was het aantrekkelijk dat je zo nu en dan op pad kon.” Maar na een aantal jaar vond hij de inhoud van de cursussen saai en stapte hij over naar Ecofys, een duurzaam energiebedrijf dat draaide om meer dan alleen winst maken. “Er waren daar superleuke mensen, erg inspirerend ook. Het doel was een betere wereld en dat trekt een andere type mens.” Helaas ging Econcern, waar Ecofys onder viel, binnen een jaar failliet. Zijn baas Kornelis Blok, op dat moment ook hoogleraar in Utrecht, haalde Van Duin naar de universiteit. Daar gaf hij les bij de studie Innovatiemanagement. Zijn werk werd goed gewaardeerd, maar na drie jaarcontracten hield het op voor Van Duin. Vanwege het beleid nam de universiteit geen docenten in vaste dienst die niet gepromoveerd waren. “Ik moest weer op zoek naar een andere baan en dacht: ‘Ik probeer het toch nog een keer in het onderwijs, maar dan op havo-/vwo-niveau.’ Toen ben ik hier terechtgekomen en dat was gelijk raak.” Nu geeft alweer zeven jaar met veel plezier les op het Pallas Athene College en zit hij helemaal op zijn plek. “Het havo-/vwo-publiek kan ik wel aanspreken op de manier waarop ik natuurkunde in mijn hoofd heb zitten. Ik ben nu ook ouder en heb ervaring opgedaan in allerlei verschillende omgevingen. Het is superleuk in het middelbaar onderwijs, leuker nog dan op de universiteit.”

Leuke en minder leuke kanten
Het lesgeven zelf geeft Van Duin veel voldoening, zeker als een klas een opgave erg lastig vindt en hij na een uitgebreide uitleg een leerling hoort zeggen dat het eigenlijk toch niet zo moeilijk is. “Dan ga ik daarna vrolijk een kopje koffie halen.” Zijn enthousiasme voor natuurkunde is na al die jaren onverminderd groot en dat brengt hij over op zijn klas.

Daarnaast vindt Van Duin het leuk om met de verschillende karakters om te gaan en probeert hij aan te voelen op welke manier hij de individuen het best kan benaderen. De band die hij heeft met zijn leerlingen, wordt erg gewaardeerd. “Ik zie mijn leerlingen altijd als volwaardige gesprekspartners.” Als een leerling bijvoorbeeld storend is tijdens de les en vooraan moet komen zitten, dan bespreekt Van Duin dat naderhand altijd. Hij maakt duidelijk waarom hij die maatregel oplegde. Vaak hebben de leerlingen er dan ook begrip voor. Als mentor van 5 vwo heeft hij ook goede gesprekken met leerlingen, bijvoorbeeld over wat ze na de middelbare school gaan doen. “Dat zijn de leuke aspecten van het vak.”

De minder leuke kant van het docentschap zijn de piekbelastingen die enkele keren per jaar voorkomen, bijvoorbeeld als er weer een stapel centrale eindexamens op het bureau ligt. “Het eerste examen is nog wel leuk om na te kijken, dan wil je nog weten hoe ze het gedaan hebben, maar het verveelt al snel. Ik ken geen collega die nakijkwerk heel inspirerend vindt.”

Differentiatie
Twee jaar geleden volgde Van Duin een cursus over gedifferentieerd lesgeven. Hij kreeg de opdracht dit in de klas toe te passen en werd zo gedwongen om uit zijn comfortzone te stappen. “Ik had vooraf niet het idee dat het kon, maar het bleek juist heel goed te werken. Het was een nuttige cursus.” Inmiddels past hij het toe in zijn lessen. “Ik vind het nog steeds lastig, maar ik heb nu een vorm waar ik zelf tevreden over ben. Ik zou het alleen vaker moeten toepassen.” Tijdens een gedifferentieerde les deelt hij de klas op in drie groepen. De toppers, leerlingen die ook zonder hulp een hoog cijfer halen, krijgen een uitdagende opdracht die niet direct met de lesstof te maken heeft. Vaak moeten ze daarvoor de klas uit, bijvoorbeeld naar de mediatheek of het computerlokaal. De middengroep, bestaande uit leerlingen die met hard werken een (ruime) voldoende halen, werkt ook zelfstandig, maar dan aan opdrachten gericht op de lesstof. “Ik moet die opdrachten zo hebben vormgegeven dat ze daar echt zelfstandig mee aan het werk kunnen zonder dat ze daar veel hulp van mij bij nodig hebben. Dan kan ik me richten op de enkele leerlingen die meer hulp nodig hebben. Het zijn heel leuke lessen, maar het kan niet altijd op deze manier. Soms moet je iets centraal uitleggen en de lessen kosten veel voorbereidingstijd, want je moet voor de drie groepen opdrachten verzinnen.” Ook bij de leerlingen slaat de nieuwe aanpak aan. In het begin hield Van Duin vast aan de groepsindeling die hij bedacht had, maar dat leverde wel eens onbegrip op van een leerling. Nu gaat hij er flexibeler mee om en als een leerling vindt dat hij of zij in een andere groep thuishoort dan is dat te regelen. “Toen ik dat bedacht had, waren alle leerlingen eigenlijk wel blij met deze manier van werken.”

TinkerLab
Van Duin is oprichter van het TinkerLab, een club waar leerlingen dingen kunnen maken. Een van de projecten is het maken van een pluche cyberschaap met kunstmatige intelligentie dat voorwerpen kan identificeren. “Als je op een knopje drukt, neemt het een foto en zegt het bijvoorbeeld: ‘This is a coffee mug.’” Na deze succesvolle creatie zijn de leerlingen de uitdaging aangegaan om zelf een kunstmatige-intelligentieprogramma te schrijven en trainen. Het idee is dat het programma simpele computertekeningen gaat maken bestaande uit tien kromme lijnen en dat een leerling deze beoordeelt op hun esthetische waarde. “We hopen dat we daarmee het programma kunnen trainen en dat het daarna alleen nog mooie tekeningetjes maakt.” 

Besteding
In april werd Van Duin uitgeroepen tot Natuurkundedocent van het Jaar. “Het is erg leuk, maar lesgeven is geen wedstrijd. Of ik nu objectief gezien de allerbeste natuurkundedocent van Nederland ben en wat dat überhaupt zou betekenen, daar kun je allerlei vragen bij hebben. Ondanks dat vind ik het een mooie erkenning. Ik ben heel blij dat mijn leidinggevende de moeite heeft genomen om zo’n positieve brief te schrijven, dus de schoolleiding ziet mij in ieder geval als een heel goede natuurkundedocent. Ook hebben een aantal leerlingen van mij die vorig jaar in 5 vwo zaten een filmpje over mij gemaakt en daar kwam ik goed uit tevoorschijn. En ik waardeer deze aandacht van de NNV voor het middelbaar onderwijs.”

De prijs bestaat uit 1500 euro voor de school en 1000 euro voor de docent zelf: “Voor de school mag ik gelukkig meebeslissen. Het geld gaat naar het TinkerLab. Dat kost natuurlijk geld: zo af en toe kopen we een Arduino, een Raspberry Pi of een set met stappenmotors voor de 3D-printer, dat soort dingen. Met die duizend euro ga ik gewoon wat leuks doen, iets met vakantie of zo.”