Artikel
My brief history
Gepubliceerd: 1 February 2014 14:00
“I was born on January 8, 1942, exactly three hundred years after Galileo.” Zo begint het leven van Stephen Hawking in zijn onlangs verschenen autobiografie. De wens die Herman de Lang uitspreekt in zijn recensie hierboven voor een goede wetenschappelijke biografie is met het uitkomen van My Brief History snel in vervulling gegaan. Hoewel het boek niet heel dik is (het telt slechts 127 pagina’s) behandelt Hawking al zijn wetenschappelijk werk en plaatst het in context. Zo vertelt hij over gravitatiegolven, de big bang, zwarte gaten, wormgaten en imaginaire tijd.
Hawking geeft een beeld van zijn carrière die zich op een jaar bij CalTech na geheel afspeelde in Cambridge. Hij schrijft onder andere over de weddenschappen die hij had met collega’s Kip Thorne en John Preskill over de informatieparadox en de rivaliteit tussen Nobelprijswinnaars Richard Feynman en Murray Gell-Mann, die in de jaren zeventig allebei bij CalTech werkten: “At the first of Gell-Mann’s weekly seminars, he said, ‘I’m just going to repeat some talks I gave last year,’ whereupon Feynman got up and walked out. Gell-Mann than said, ‘Now that he’s gone, I can tell you what I really wanted to talk about.’
Daarnaast vertelt Hawking ook over zijn persoonlijke leven. Zijn jeugd, zijn studietijd en zijn huwelijken komen aan bod. Tevens praat Hawking over zijn ziekte ALS. In zijn laatste studiejaar wordt hij steeds onhandiger en valt zelfs van de trap af. De dokter adviseert hem aanvankelijk om van het bier af te blijven, maar kort na zijn 21e verjaardag beseft Hawking dat het veel ernstiger is en dat hij niet zal genezen. Hoewel dit een behoorlijke tegenslag was, kijkt hij nu tevreden terug op zijn leven. De ziekte heeft hem niet beperkt bij zijn wetenschappelijke werk.
Zijn bekendste boek A Brief History of Time komt ook aan bod. Hawking vertelt hoe het idee voor een populair boek over het universum ontstond en verklaart het succes. Oorspronkelijk wilde hij er het schoolgeld van zijn dochter mee betalen, maar toen het boek uitkwam, was ze al bijna van school.
Hawking komt in zijn autobiografie soms humorvol uit de hoek. Zo spot hij met zijn handicap als hij vertelt over Newton, die in 1689 de eerste wetenschappelijk definitie van tijd gaf: “...Sir Isaac Newton, who held the Lucasian chair at Cambridge that I used to occupy (though it wasn’t electrically operated in his time).” Ook denkt hij dat reizen in de tijd nooit mogelijk zal zijn. “If it were, we would have been overrun by tourists from the future by now.”
Het enige jammere van Hawkings autobiografie is dat zij zo kort is. Ik had graag meer over hem willen lezen. Waarschijnlijk heeft de beknoptheid ook te maken met het feit dat hij met behulp van hulpmiddelen niet meer dan een paar woorden per minuut kan schrijven. Desalniettemin is het boek zeker het lezen waard.
Auteur: Marieke de Boer
Bekijk hieronder een uitzending van Pauw en Witteman waarin redactielid Vincent Icke vertelt over Stephen Hawking.