Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

NTvN 90-03

Het maartnummer is uit!

Helderheid over (de toekomst van) de Hyperloop

Ergens tussen de dromen van futuristisch vervoer en de harde realiteit van natuurkundige wetten bevindt zich de Hyperloop. Lees er alles over in een artikel in het maartnummer.

Vorige Volgende

Richtlijnen voor auteurs

Procedure

Als u een artikel voor het NTvN wilt schrijven, kunt u een kort voorstel sturen naar het redactiesecretariaat. De redactie kijkt of het voorstel geschikt is. Bij geschiktheid kijkt de redactie vervolgens naar het daarna ingestuurde artikel. Als het artikel niet geschikt is kan de redactie, eventueel in overleg met andere redactieleden of deskundigen, besluiten het artikel niet in het tijdschrift op te nemen. Als het wel bruikbaar is, wordt in overleg met de auteur eventueel correcties en verbeteringen aangebracht. Er worden drie redacteurs aangewezen die het artikel grondig doornemen en van commentaar voorzien. De auteur verwerkt het commentaar in overleg met de behandelende redacteur. De definitieve versie gaat naar het redactiesecretariaat. Het verhaal wordt opgemaakt en de laatste tekstuele correcties worden doorgevoerd. De hoofdauteur ontvangt een drukproef ter controle.

Illustraties

Illustraties zijn een belangrijk onderdeel van een artikel. Om het proces van het drukklaar maken van illustraties soepel te laten verlopen, enkele stelregels:

  • Illustraties aanleveren als losse bestanden en niet in Powerpoint, Word of dergelijke programma's,
  • Bewerkbare bestanden zoals ai- en eps-bestanden zijn voor ons het makkelijkst om mee te werken
  • Bestanden graag aanleveren met een resolutie van 300 dpi of hoger en een afmeting van minimaal 20 x 14 cm (b x h, ~2400 x 1700 beeldpunten)
  • Voor de voorpagina en de paginagrote openingsfoto van een artikel geldt een afmeting van 21 x 28 cm (b x h) met een resolutie van 300 DPI  (~2500 x 3300 beeldpunten) 

Uiteraard helpt de redactie waar nodig en houdt zij ook de kwaliteit van de illustraties in de gaten.

Spelling en stijl

Het NTvN volgt de spellingsregels van Van Dale. Daarnaast volgen we de taaladviezen van de Taalunie.

Referenties

Referenties worden als volgt genoteerd:
A. Al, B. de Graaf en C. van Galen, Titel van het artikelTitel van het tijdschrift 1, 520–543 (2019).

Citaten

Citaten in een vreemde taal worden in de originele taal geplaatst en/of in een Nederlandse vertaling. 

Artikelen

1. Onderzoek

Artikel over natuurkundig onderzoek in Nederland, geschreven door de onderzoeker zelf.

  • Maximaal 2000 woorden.
  • Titel (maximaal 6 woorden)
  • Introductie (maximaal 60 woorden). Hierin wordt duidelijk gemaakt waar het artikel over gaat. Wie, wat, waar, wanneer en hoe? Maak duidelijk waarom mensen dit moeten lezen.
  • Inleiding waarin de context wordt uitgelegd
  • Lopende tekst met de verdieping, gebruik hierin tussenkopjes voor betere leesbaarheid
  • Eindig met een samenvatting / conclusie, vat de belangrijkste punten samen en breng de lezer weer bij het begin
  • Maximaal 7 referenties (zijn vooral bedoeld tot verder lezen, dus liefst ook een breder en meer toegankelijk naslagwerk of een website)
  • Het artikel begint met een paginagrote afbeelding
  • Ongeveer 1 figuur of illustratie per 500 woorden (zie kopje 'Illustraties' voor richtlijnen)
  • Biografie auteur(s) (maximaal 2): maximaal 60 woorden en een portretfoto. In principe alleen van de auteur(s) van het Nederlandstalige artikel dat in het NTvN verschijnt. Collega’s die het onderzoek (mede) hebben verricht, kunnen eventueel genoemd worden in een dankwoord aan het eind van het artikel
  • Eventueel extra audiovisueel materiaal zoals video’s, animaties en audiofragmenten zijn welkom voor gebruik op onze website.
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

2. Varia

Artikel over beleid, onderwijs, tentoonstellingen, natuurkundige fenomenen in het dagelijks leven.

  • Maximaal 2000 woorden
  • Titel (maximaal 8 woorden)
  • Introductie (maximaal 60 woorden). Hierin wordt duidelijk gemaakt waar het artikel over gaat. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
  • Inleiding waarin de context wordt uitgelegd
  • Lopende tekst met de verdieping, gebruik hierin tussenkopjes voor betere leesbaarheid
  • Eindig met een samenvatting / conclusie, vat de belangrijkste punten samen en breng de lezer weer bij het begin
  • Maximaal 7 referenties (zijn vooral bedoeld tot verder lezen, dus liefst ook een breder en meer toegankelijk naslagwerk of een website)
  • Ongeveer 1 figuur of illustratie per 500 woorden (zie kopje 'Illustraties' voor richtlijnen)
  • Eventueel extra audiovisueel materiaal zoals video’s, animaties en audiofragmenten zijn welkom voor gebruik op onze website
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

3. Student

Artikelen over studentenzaken zoals stages, studentenprojecten etc.

  • Maximaal 1500 woorden
  • Titel (maximaal 8 woorden)
  • Introductie (maximaal 50 woorden). Hierin wordt duidelijk gemaakt waar het artikel over gaat. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
  • Ongeveer 1 figuur of illustratie per 500 woorden (zie kopje 'Illustraties' voor richtlijnen).
  • Eventueel extra audiovisueel materiaal zoals video’s, animaties en audiofragmenten zijn welkom voor gebruik op onze website.
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

4. Column

Column over opvallende zaken binnen de natuurkunde.

  • Maximaal 450 woorden
  • Titel (maximaal 4 woorden)
  • Bij de column wordt geen beeldmateriaal geplaatst
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

5. De natuurkundige

Interview met een natuurkundige.

  • Maximaal 1500 woorden
  • Titel (maximaal 8 woorden)
  • Introductie (maximaal 60 woorden). Hierin wordt duidelijk gemaakt waar het artikel over gaat. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
  • Ongeveer 1 figuur of illustratie per 500 woorden (zie kopje 'Illustraties' voor richtlijnen).
  • Eventueel extra audiovisueel materiaal zoals video’s, animaties en audiofragmenten zijn welkom voor gebruik op onze website.
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

6. Terug in de tijd

Artikel over een natuurkundig onderwerp of natuurkundige uit het verleden.

  • Maximaal 2000 woorden
  • Titel (maximaal 8 woorden)
  • Introductie (maximaal 50 woorden). Hierin wordt duidelijk gemaakt waar het artikel over gaat. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
  • Inleiding waarin de context wordt uitgelegd
  • Lopende tekst met de verdieping, gebruik hierin tussenkopjes voor betere leesbaarheid.
  • Eindig met een samenvatting / conclusie, vat de belangrijkste punten samen en breng de lezer weer bij het begin
  • Maximaal 7 referenties (zijn vooral bedoeld tot verder lezen, dus liefst ook een breder en meer toegankelijk naslagwerk of een website)
  • Ongeveer 1 figuur of illustratie per 500 woorden (300 dpi).
  • Eventueel extra audiovisueel materiaal zoals video’s, animaties en audiofragmenten zijn welkom voor gebruik op onze website.
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

7. Boekenplank

Bespreking van een Nederlandstalig boek over natuurkunde, niet langer dan 1 jaar geleden verschenen.

  • Maximaal 450 woorden
  • Titel (maximaal 5 woorden)
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

8. In memoriam

Kort artikel over een recent overleden natuurkundige.

  • Maximaal 400 woorden
  • Een foto van de overledene
  • Het artikel wordt aangeleverd in Word als platte tekst met zo min mogelijk opmaak

9. Uitgelicht

Korte berichten over onderzoek, beleid, prijzen, boeken, tentoonstellingen en congressen. Suggesties zijn welkom. Ook reacties op artikelen in het NTvN komen in deze rubriek. Reacties zijn maximaal 250 woorden.
Daarnaast bevat de rubriek Uitgelicht ook iets langere artikelen over recent gepubliceerd onderzoek of een actueel onderwerp (maximaal 700 woorden).

10. NNV-Nieuws

Nieuws over de Nederlandse Natuurkundige Vereniging, wordt geschreven door de directeur van de NNV.

11. Redactioneel

Het redactioneel wordt geschreven door een van de redactieleden van het NTvN.

  • Maximaal 400 woorden

12. Lestafette

Vier bevlogen natuurkundedocenten schrijven om de maand over hun ervaringen in het onderwijs.