Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Hans Jordens

“Als NNV-leden belang hechten aan onderwijs, dan is dat misschien een reden om op mij te stemmen.”

NTvN 91-06

Het juninummer is uit!

De achtergrondruis van dansende witte dwergen

Impressie van twee witte dwergen die op het punt staan met elkaar te botsen, lees er alles over in het juninummer. Dana Berry CXC.

Vorige Volgende

Artikel

Hans Jordens

Gepubliceerd: 1 March 2015 12:07

Kunt u iets vertellen over uw achtergrond?

“Ik heb theoretische natuurkunde gestudeerd in Groningen en ben afgestudeerd in 1971. Daarna ben ik het onderwijs ingegaan. Dat was in eerste instantie niet de bedoeling. Ik had toen een vriendin in Libanon, mijn huidige echtgenote. Na mijn afstuderen ben ik daar naartoe gegaan met het idee om er een aantal jaren te wonen. Maar ik moest ergens van leven en dat lukte daar niet zo goed. Ik kon in Winschoten een betrekking krijgen als wiskundedocent, ik had zowel een wiskunde- als natuurkundebevoegdheid. Tien jaar heb ik in het voortgezet onderwijs gezeten. In 1975 raakte ik ook betrokken bij de vakdidactiek natuurkunde aan de nieuwe lerarenopleiding voor tweede- en derdegraads docenten. Dat was een ontzettend leuke periode. Gedurende die tien jaar in het onderwijs hebben we ook nog twee jaar in Burkina Faso gewoond. Ik gaf daar op de universiteit van Ouagadougou natuurkunde.

In 1982 ben ik in dienst gekomen van de Rijksuniversiteit Groningen als docent en practicumleider. Sinds die tijd ben ik ook betrokken bij wedstrijden voor scholieren. Dat begon met de Natuurkunde Olympiade, maar er zijn er daarna vele gevolgd. In 2008 ben ik bijvoorbeeld betrokken geraakt bij het Techniek Toernooi. We vonden dat de deelname uit de noordelijke provincies wat achterbleef. Er zijn toen regionale toernooien opgezet. Ik heb met een aantal anderen die van de drie noordelijke provincies opgericht en vormgegeven.

Verder ben ik sinds 2008 president van de Internationale Natuurkunde Olympiade, geef ik her en der lezingen en ben ik betrokken bij PION en PLANCKS. Het afgelopen jaar heb ik voor de methode Pulsar het hoofdstuk over speciale relativiteitstheorie geschreven. Daarover geef ik al een aantal jaar workshops op de Woudschoten-conferentie. Ook geef ik sinds vorig jaar een natuurkundecursus aan de Anton de Kom Universiteit van Paramaribo.

Het mooiste van mijn beroep vind ik het onderwijs geven. Ik ben zeer betrokken bij het onderwijs en alles eromheen zoals beleid. Ik heb als practicumleider ook veel organisatorisch werk gedaan. Daar heb ik op zich niets op tegen. Het is leuk om iets op de rails te zetten, maar als het eenmaal draait, dan vind ik het prima als anderen het overnemen.”


Wat is uw huidige functie?

“Ik ben 68 en sinds drie jaar met pensioen. Alles wat ik naast mijn betaalde functie deed, gaat allemaal nog gewoon door.”


Sinds wanneer bent u lid van de NNV?

“In 1977 ben ik lid geworden van de NNV. Ik ben daarnaast ook heel lang lid geweest van de NVON. De NNV is een vakvereniging van natuurkundigen. Net zoals ik vind dat je als docent lid moet zijn van de NVON, vind ik dat je als natuurkundige lid moet zijn van de NNV. Het is een goede bron van informatie en voor het leggen van contacten.”


Wat vindt u van de NNV?

“Mijn contact met de NNV loopt voornamelijk via het NTvN en de jaarlijkse conferenties. Ik vind dat de NNV dat uitstekend doet.”


Waarom wilt u voorzitter worden en wat zijn uw plannen?

“De NNV heeft me gevraagd om me kandidaat te stellen en ik heb er toen over nagedacht wat ik dan zou willen. Ik heb mij gedurende mijn carrière intensief beziggehouden met onderwijs en daar is nog wel een slag te slaan. Ik heb nog veel contact met docenten uit het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld tijdens de Woudschoten-conferentie en bij het schrijven van een methode. Ik heb het gevoel gekregen dat docenten er gebaat bij zouden zijn als ze vakinhoudelijke informatie zouden krijgen in een vorm die voor hen direct toepasbaar is en ook direct slaat op waar zij in hun onderwijspraktijk mee bezig zijn. Je zou denken dat je daar de NVON voor hebt. Maar hun artikelen zijn vaak onderwijskundig of didactisch georiënteerd. Dat is ook heel nuttig.

Ik denk dat de NNV een rol kan spelen in het aanreiken van natuurkunde, hetzij in de vorm van artikelen, hetzij in de vorm van workshops of nascholingen, zodat docenten zich beter vakinhoudelijk kunnen scholen dan tot nu het geval is.

Door alle wedstrijden waar ik bij betrokken ben, heb ik ook veel internationale contacten en ben ik in heel veel landen geweest. Er zijn landen waar men private instellingen in het leven heeft geroepen, gesponsord door met name het bedrijfsleven, die scholen faciliteren. Ze helpen bijvoorbeeld in het opzetten van laboratoria, maar ook anderszins. Om de scholen te voorzien van leermiddelen bieden ze geld en mankracht aan. De NNV is een belangrijke instelling in Nederland, die deuren kan openen bij het bedrijfsleven. Van de overheid verwacht ik niet zo heel veel, maar het bedrijfsleven heeft er ook belang bij dat er goed onderwijs gegeven wordt. Ik denk dat de NNV daar een belangrijke partner in kan zijn.

Ik ben ook fellow van het Institute of Physics in Engeland. Zij doen ontzettend veel, kijk alleen maar naar hun website. Ze hebben hele secties voor onderzoek, maar ook ontzettend veel voor onderwijsgevenden. Daar heb je mankracht voor nodig, dus of het direct realiseerbaar is, weet ik niet, maar ik denk dat er op de website van de NNV erg veel te winnen valt. Maar niet alleen op de website, ook anderszins doet het IoP veel. Zo organiseren ze ontzettend veel bijeenkomsten.

Daarnaast, de NNV is voor Nederland en zo heeft elk land zijn physical society. Waarom zouden we niet grensoverschrijdend kunnen werken en dan eerst binnen de regio. Daarmee bedoel ik Engeland, Duitsland en België.”


Waar zou de NNV meer aandacht aan moeten besteden?

“Ik denk dat ik dat al min of meer verteld heb. Er is een ding dat nog niet genoemd is: er zit momenteel iemand van de NVON in het algemeen bestuur van de NNV. Ik weet niet precies hoe innig de relatie is, maar ik heb het gevoel dat de NNV voor de onderzoekers is en de NVON voor de docenten. Dat is enigszins gechargeerd, maar ik vind het inherent fout. Ik weet wel hoe het in het verleden gegroeid is, maar een wat innigere relatie zou niet verkeerd zijn. Het hoeft overigens niet één club te worden.”


Waarom zouden mensen op u moeten stemmen?

“Als NNV-leden belang hechten aan onderwijs, dan is dat misschien een reden om op mij te stemmen. Verder heb ik in ongelooflijk veel besturen gezeten, groot en klein. Dus ik heb enorme bestuurlijke ervaring. Ik werk ook graag met een team van mensen samen om iets voor elkaar te krijgen. Ik denk dat het NNV-bestuur iets kan hebben aan de bestuurlijke ervaring die ik meebreng. Het begon ooit met het wedstrijdsecretariaat van een hockeyclub. Ik ben voorzitter geweest van een paraclub, secretaris van een vliegclub en van een vereniging van gebruikers van vliegveld Eelde. En zoals eerder genoemd heb ik in veel besturen van wedstrijden voor scholieren gezeten. Te veel om op te noemen. Nu ben ik bijvoorbeeld penningmeester van een team van het Groninger Landschap. Dat zijn mensen van zeer diverse pluimage. Ik heb in mijn leven erg veel verschillende soorten mensen ontmoet. Ik vind het elke keer weer een leuke uitdaging om in een voor mij nieuwe groep mensen mijn draai te vinden en daar samen wat mee op te zetten.”


Wat wilt u de kiezers als laatste meegeven?

“Dat ze hun stem uitbrengen. Je hebt het voorrecht dat je een keuze mag maken. Ik vind dat iedereen daar gebruik van moet maken. Stem allen!”

Auteur: Marieke de Boer