Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Niet trouwen, maar wonen op een berg

Foto: Freek van den Bergh/NWO

NTvN 90-05

Het meinummer is uit!

Dwergstelsels lijken belangrijke aanjagers van reï

Dwergstelsels lijken belangrijke aanjagers van reïonisatie heelal. Op de afbeelding is Pandora’s cluster te zien. Afbeelding: NASA, ESA, CSA, I. Labbe (Swinburne University of Technology), R. Bezanson (University of Pittsburgh), A. Pagan (STScI). CC BY 4.0 INT.

Vorige Volgende

Artikel

Niet trouwen, maar wonen op een berg

Gepubliceerd: 1 January 2023 13:00

Op 5 oktober kreeg Ignas Snellen de NWO-Spinozapremie uitgereikt uit handen van minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De sterrenkundige wordt geroemd om zijn innovatieve technieken en instrumenten, waarmee hijzelf en collega-wetenschappers eigenschappen van exoplaneten in beeld brengen.

Auteru: Esger Brunner.

“Het was leuk, maar ik voelde toch wel een beetje spanning”, vertelt sterrenkundige Ignas Snellen ongeveer een maand na de uitreiking van de Spinozapremie. “Robbert Dijkgraaf was er en ik stond op een podium als geïnterviewde. De organisatie had het leuk gedaan, het was heel luchtig.” De hoogleraar observationele astrofysica aan de Universiteit Leiden geeft in het dagelijks leven leiding aan wetenschappers die exoplaneten onderzoeken. Dit zijn planeten die rond een andere ster dan de zon draaien. “We willen daarmee een beter begrip krijgen van hoe planetenstelsels zich vormen en wat onze plaats in het heelal is. Komt ons type zonnestelsel veel voor en wat is nou uniek aan onze zon, ons zonnestelsel en de aarde?” Hij wil ook meer kennis over aardachtige planeten vergaren en onderzoeken of er leven op voor kan komen. “Dat is voor mijzelf het hoofddoel.”

Recent schatten wetenschappers dat er 300 miljoen aardachtige planeten in ons Melkwegstelsel zijn [1], de kans dat er ergens buitenaards leven is, is erg groot. “Maar hoe ver weg is dat en hoe vaak komt het voor? Dat is iets waar we niks van afweten.” Daarom probeert Snellen de omstandigheden op een exoplaneet te ontrafelen. Zijn belangrijkste doorbraak beleefde hij in 2010, toen hij in een Nature-artikel [2] schreef over een zelfontwikkelde methode om zowel de snelheid van de exoplaneet als de samenstelling van de atmosfeer te bepalen (zie kader Planeetatmosferen meten).

Lees het hele interview in het januarinummer van het NTvN of klik hier.