Artikel
Het terugkerend raadsel van de zwaartekracht
Gepubliceerd: 4 July 2025 17:08
Geen natuurkracht is ons vertrouwder dan de zwaartekracht en tegelijkertijd is het de meest onbegrepen kracht. Anders dan de drie andere fundamentele krachten weigert de zwaartekracht zich te laten vangen in een quantumtheorie. Mededaardoor lukt het ook niet om de gravitatie te incorporeren in het standaardmodel. Het is niet voor het eerst dat de gravitatie zich onttrekt aan de gangbare fysisch emodellen. Onbegrip volgt de zwaartekracht sinds de opkomst van de moderne wetenschap in de zeventiende eeuw. Dat onbegrip manifesteerde zich het sterkst na de publicatie van Newtons Principia eind zeventiende eeuw en na de doorbraak van Maxwells veldentheorie eind negentiende eeuw.
Auteur: Frans van Lunteren
In de decennia rond het midden van de zeventiende eeuw maakten geleerden als Descartes, Boyle en Huygens korte metten met het klassieke natuurbeeld van hun voorgangers. Volgens dat natuurbeeld, dat bovenal teruggaat op Aristoteles, gedraagt alles in de natuur zich doelmatig, zelfs levenloze voorwerpen. Zo beweegt een losgelaten steen omlaag omdat deze streeft naar zijn natuurlijke plek en dat is het midden van de wereld. Vuur beweegt van nature omhoog naar de hoogste lagen van het aardse domein, direct onder de maansfeer. Tijdens de renaissance kreeg het aristotelische natuurbeeld weliswaar concurrentie van neoplatonistische opvattingen, maar dat veranderde niets aan het doelmatige gedrag van de natuur. Veeleer kregen sommige verklaringen een meer magisch aandoend karakter.
Zo identificeerden vroege heliocentristen als Copernicus en Kepler de zon met de platonische wereldziel, die de wereld verlichtte, verwarmde en in beweging zette en daarmee een plaats toekwam in het midden van de wereld. Copernicus zelf verklaarde het vallen van stenen eveneens op een platonistische wijze. Door hun diepe verwantschap streven steen en aarde ernaar zich met elkaar te verenigen. Evenzo verklaarde William Gilbert de aantrekking van ijzer door een magneet. Een naburige magneet wekt in een stuk ijzer een sluimerende, verwante ziel en de wederzijdse begeerte doet de rest. In navolging van Gilbert zag ook Kepler magnetisme als een kosmische kracht. Zo verklaarde hij bijvoorbeeld de getijden door een soort magnetische aantrekking van het oceaanwater door de maan.
Lees het volledige artikel in het julinummer of klik hier.