Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Onlangs werd Miriam Blaauboer, theoretisch natuurkundige en universitair hoofddocent aan de TU Delft, uitgeroepen tot Docent van het Jaar 2025. Hoe won ze die prijs? Op welke manier bereid ze haar colleges voor? En hoe combineert ze onderwijs met onderzoek? ‘Als ik iets aan een afstudeerproject heb, is dat mooi meegenomen, maar het draait om de student.’

Auteurs: Jonas van Eeten en Max van de Vijver

Hoe is uw interesse in natuurkunde begonnen? 

“Je hoort soms dat mensen als kleuter al geïnteresseerd waren in natuurkunde, maar bij mij ontstond die interesse pas op de middelbare school. Ik had vier heel goede leraren voor natuur- en wiskunde; twee in Groningen en twee in het Verenigd Koninkrijk. Die gaven me boodschap: 'Jij kan hier wel iets mee.' Een-op-een zeiden ze: 'Bèta ligt jou, denken wij. Wees niet bang daarmee iets te gaan doen.'

Een van mijn docenten, een Schot, begon elke les met de uitspraak: ‘Physics is fun.’ En dat meende hij ook. Hij bouwde zelf apparatuur waarmee we proefjes mochten doen. Zijn enthousiasme was aanstekelijk. Ook mijn wiskundedocent vertelde erg gepassioneerd en maakte actief reclame voor zijn vak – dat werkte motiverend.

Wat me opviel, was dat beide natuurkundeleraren waren gepromoveerd. Dat is natuurlijk geen vereiste om een goed docent te zijn, maar ik merkte dat ze met een onderzoekende blik naar de wereld keken. Die Schotse leraar deed zelf nog onderzoek naast zijn onderwijs.Het is heel fijn als je een paar mensen in je leven hebt die je af en toe een zetje in de goede richting geven. Ik probeer zo nu zelf ook voor jongere docenten te zijn.”

Lees het volledige interview in het augustusnummer of klik hier.